Wat het huidige normaal ons brengt is goed te zien in het verkeer. Alhoewel dit ‘normaal’ al een langere tijd aan de gang is, wordt het nu wel steeds duidelijker dat er iets behoorlijk mis gaat. (in mijn ogen.)
Het verkeer is in ieder geval (in mijn opinie) niet beter en veiliger geworden met de huidige regels en gedragingen.
In dit blog komen vooral de verlichting in het verkeer aan bod.
Wandelaars
Sinds 1 januari 1991 is de verplichting voor wandelaars om links op de weg te lopen vervallen.
Er is er een -wat onduidelijke- regeling dat alle weggebruikers in Nederland rechts houden. Dus ook de wandelaar. Zeker nu de dagen weer korter worden en de wandelaars met, soms erg felle witte, verlichting lopen, is het zaak dat zij rechts van de weg lopen en niet links tegen het verkeer in. Dit omdat de weggebruiker er standaard van uit gaan dat een tegenligger aan de rechterkant voorbij wordt gegaan.
Is deze tegenligger links van de weg dan ontstaat er dus verwarring en een onveilige situatie. In het donker, met de vaak felle verlichting, geeft dit een grotere onveiligheid. Dit zelfde geld ook voor het rode licht die normaal gesproken de achterzijde van de verkeersdeelnemer aanduidt. Deze wordt gewoonlijk aan de linker kant voorbij gegaan bij het inhalen.
Als de wandelaar toch links wil lopen dan dient deze ruim baan te maken voor de tegenligger. De tegenligger houdt volgens de voorschriften rechts van de weg en heeft het recht van ongehinderde doorgang.
Het argument dat de wandelaar die rechts loop ook de doorgang hindert voor het achterop komende verkeer gaat maar gedeeltelijk op.
De achteropkomer kan beter anticiperen op de wandelaar omdat zij dezelfde richting op gaan. Net zoals de achteropkomer een andere weggebruiker in zal halen.
Fietsers
De fiets met trapondersteuning is steeds meer de norm op onze wegen. Het lijkt wel of deze weggebruikers altijd ten aller tijden de maximale snelheid van 25 km per uur moeten rijden, of sneller. Of het een jeugdige gebruiker is of een oudere. Het is voor de overige weggebruikers vaak lastig om in te schatten hoe snel de fietser werkelijk rijdt. Mede hierdoor is het niet veiliger op de weg.
Veel elektrisch ondersteunde fietsen hebben zeer felle koplampen en achterlichten, die vaak zowel overdag en ’s nachts aan staan.
Dit geeft vaak irritatie en hinder voor de overige weggebruikers. Dit felle licht heeft een biologisch effect op de ogen en op het zicht. Door het felle licht wordt het zicht van de mede weggebruiker ernstig belemmert en levert zodoende gevaarlijke situaties op.
Auto s in het verkeer
Het is al langere tijd de norm dat er, dag en nacht, met mistlampen aan wordt gereden. Sinds de verplichting voor de autofabrikant om alleen nog maar auto’s te leveren waarbij de lampen niet meer uit kunnen, is het niet veiliger geworden op de weg.
Met de komst van steeds meer auto’s met dagrijlichten, die ook steeds feller en onzinniger worden, is het een stuk onrustiger op de weg.
Steeds meer auto s hebben de meest absurde fantasie-verlichting. Tot over de volledige breedte van de voorkant en de achterkant van de auto aan toe. Dit is echt een beetje teveel van het goede. (mijn opinie).
Bij de eerste generatie auto s met dagrijlichten waren deze lichten alleen aan de voorzijde van de auto. De onoplettende berijder van de auto rijdt dan vaak tot in het donker nog zonder achterlichten. Niet bepaalt veilig. Het is volgens de Nederlandse wet verboden om in het donker met dagrijlichten te rijden. Bij de meest nieuwe auto’s kunnen ze echter blijkbaar niet meer uit. Wat weer overlast geeft voor de tegenligger.
Tegenwoordig is het ook normaal om meestuurlichten aan te hebben. In het volle licht en in het donker. Dit geeft veel verwarring voor veel weggebruikers. Overdag is deze verlichting onzinnig en ook in het donker hebben ze eigenlijk nooit meerwaarde.
Dat bijna alle nieuwe auto’s ermee zijn uitgerust is dus, weer naar mijn menig, een grote dwaling.
Een andere verlichting die mij irriteert is de kleuterschool modus van de tegenwoordige richtingaanwijzers. Niemand is gebaad bij een looplicht als richtingaanwijzer. Het geeft echter wel een indicatie van de zieke geest van de gebruiker.
Dat vrachtwagenbestuurders de meest idiote verlichting voeren is al een heel oud normaal.
Menselijke reactie op fel licht
De ogen van mensen en dieren zijn zeer verfijnde instrumenten die in de meeste omstandigheden optimaal functioneren.
Dat bijna iedereen tegenwoordig een gebrekkig zicht heeft, is hier even buiten beschouwing gelaten.
De pupil in het oog werkt heel snel op lichtverandering. Bij weinig licht wordt de zichtopening van de pupil groter en bij veel licht wordt de opening kleiner. In donkere omstandigheden zijn voornamelijk de staafjes in de ogen in gebruik. Deze staafjes reageren op beweging en op weinig licht. Hierdoor kunnen wij in het donker nog vrij goed zien, in zwart-wit. De staafjes kunnen geen kleuren onderscheiden.
Komt er in het donker een (fel) licht in de ogen dan verkleint in eerste instantie de pupil de zichtopening. Hierdoor wordt een deel van het oppervlak van het binnen oog afgeschermd. Vooral het deel in het oog waar zich de staafjes bevinden. Het oog bundelt het licht nu op de gele vlek waar de kegeltjes zich bevinden. De kegeltjes kunnen kleuren onderscheiden en zorgen voor een scherp zicht. In het donker ziet het oog nu alleen het scherpe licht en niets anders. De oriëntatie op de omgeving die er in het donker was, is nu verdwenen. Er is alleen maar een fel licht.
Is het felle licht weer weg dan heeft het oog een paar seconde nodig om zich weer in te stellen op de donkere omgeving. Er is een paar seconde een ‘blinde vlek’. Hoe feller en frequenter het licht, hoe meer de ogen moeite krijgen om het zicht te optimaliseren. Des te meer energie er nodig is, des te vermoeiender.
Fel en onnatuurlijk licht geeft onrust in ons lichaam en onze geest.
Verkeer is er altijd
Zolang wij de mogelijkheid hebben om ons te verplaatsen zal er verkeer zijn.
In onze maatschappij waarin steeds meer mensen komen die niet zelf meer kunnen bepalen wat goed voor henzelf is en voor hun medemens, wordt het verkeer steeds minder veilig. Hierop gaat probleem, gevolg, oplossing een ‘uitkomst’ bieden.
Een klein groepje individuen verzinnen de meest idiote regeltjes in het verkeer die problemen gaan geven. Het gevolg is dat deze problemen mensen in gevaar gaan brengen. Maar gelukkig heeft hetzelfde groepje ook de oplossing: ze zorgen ervoor dat de mensen niet meer aan het verkeer hoeven deelnemen.
Dan zijn we weer in de situatie toen het verkeer opkwam: alleen de notabelen hebben gemotoriseerd vervoer. Het volk mag het doen met de benenwagen, fiets of paard en wagen. Een hele vooruitgang.