
Dementie is een steeds meer voorkomende fase in het leven van vele vooral oudere mensen.
Het lukt deze mensen niet meer om het kotertermijn geheugen en het lagentermijn geheugen aan elkaar te koppelen.
En een uitwisseling te maken tussen deze termijngeheugens. Dit is maar een heel klein deeltje van de aandoening.
De gehele aandoening is heel ingrijpend, zeker als de aandoening vergevorderd is.
Sommige symptomen van de aandoening wordt al zichtbaar rond het 45e levensjaar van mensen. De symptomen vallen vaak niet echt op en zullen vaak ook niet als zodanig worden herkend. De hele aandoening is zeer slopend en kan dus al jaren voortwoekeren zonder dat er noemenswaardige symptomen optreden.
Iedereen vergeet wel eens zijn sleutels en iedereen komt wel eens heel ergens anders uit dan dat hij gedacht was uit te komen. Dit is op zich geen voorbode van dementie hoewel symptomen wel overeen kunnen komen. Bij dementie is het bijna altijd van permanente aard.
Vaak komt dementie voor in combinatie met diabetes type 2 en wordt ook wel aangeduid als diabetes type 3.
Veel mensen komen op den duur in een verzorgings/verpleeghuis terecht. Iets wat vandaag de dag geen pretje is met allerlei hysterische regeltjes.
In andere artikelen is het wel en wee van een dementerende oudere en haar man beschreven en hier haak ik weer op in in het volgende hoofdstukje. Niet dat er echt veel veranderd is en toch ook weer wel. We volgen weer even Wilma en Jan.
Een stukje dagboek dementie
Toen ik aankwam bij Wilma en Jan, na zo’n 4 weken niet te zijn geweest, was er bezoek van een van de zussen van Wilma.
Wilma schijnt het niet te beseffen want ze zit te slapen op haar stoel. Een treurig gezicht. Gelukkig begrijpt de zus de situatie en kan er goed mee omgaan. Toen ik bij Wilma aanschoof, deed ze haar ogen even open en ik zag dat ze mij vaag herkende. Ik was al een hele tijd niet geweest.
Voor een dementerende bestaat de tijd niet meer. Soms zijn er toch zaken in het lange termijn geheugen opgeslagen en kan zij dat toch weer terughalen. Een teken van heel licht herstel.
Wandelen
Uit ervaring blijkt dat het heel verstandig is om een dementerende mens in beweging te houden.
Wilma had, sinds de vorige keer dat ik was geweest, nauwelijks meer een stokje gelopen. Het lijkt soms wel dat ze alleen met mij wil wandelen.
Het lukt mij om haar mee te krijgen voor een klein blokje rond. Alles deed haar pijn. ‘De spieren wisten niet meer wat hen overkwam’.
Steeds een klein stukje verder, met tussenpozen rusten op de rollator. Een onmisbaar hulpmiddel. Soms gaf Wilma aan waar ze heen wilde, soms deed ik een voorstel. Ook al is de route maar een paar honderd meter, er gebeurt best wel veel in het leven van Wilma. Het lijkt wel of het leven door het wandelen weer een nieuwe fase ingaat. De pijn verdwijnt langzaam, de opmerkingsgave wordt verbeterd. Soms weet ze zelfs de naam van een bloem en herkent ze soms andere mensen op straat. Een feestje.
Na een paar honderd meter is de energie weer op en is ze blij dat ze weer op een stoel in haar eigen tuin kan zitten.
Wel veel dankbaarheid want we merkt dat ze wat fitter is.
Soms kan een klein wandelingetje zoveel energie geven dat ze een groot deel van de avond in verhouding veel energie over heeft gehouden om te leven en te communiceren. Met mij, die ze nog wel eens bij naam noemt en haar man.
Een ander leuk voorval

Normaal gesproken komt er drie keer in de week iemand van de verzorging om Wilma te wassen of te douchen. Het komt nog wel eens voor dat Wilma hier niet zo’n trek in heeft.
In het weekend dat ik hielp bij de mantelzorg, wilde ze tot twee keer toe wel door mij worden geholpen met douchen.
We hebben er samen een soort ‘waterfeest’ van gemaakt waarbij Wilma zelf de douchekop efficient kon bedienen.
Zo is er een heel korte tijd even een kleine onderbreking van de sleur die al vrij gauw toe kan slaan als het energieniveau laag is.
Elke keer als er weer energie gegeven wordt gaat de conditie langzaamaan weer omhoog.
Oefening baart kunst. Zelfs met dementerenden.